Wonderlijke wormencompost en wormenthee – wetenschappelijk verklaard

Veel mensen weten dat het de moeite waard is om een ​​Wormenkrukje te bezitten. Voor de meesten zijn de wormencompost en de wormenthee echter de beslissende factoren die voor een aankoop spreken.

 

Wonderlijke wormenhumus

Bijna iedereen weet dat regenwormen een belangrijke rol spelen bij het beluchten van de bodem. Maar weinigen kennen de belangrijke strijdmakkers die de wormen te hulp schieten. Een spijsverteringskanaal bevolkt met bacteriën, protozoa, schimmels en nematoden is cruciaal voor de productie van de waardevolle wormenhumus. Omdat wormen geen tanden hebben, helpen ook buiten de wormen micro-organismen, mijten en nog veel meer om de biomassa voor de wormen beschikbaar te maken. Maar wat maakt de wormenhumus precies zo bijzonder? Is wormencompost beter dan conventionele compost?

Is wormencompost anders dan “normale” compost?

Wormencompost en wormenthee hebben, net als commerciële compost van een composteerinstallatie, optimale bemestingseigenschappen. Maar het totale voedingsgehalte van wormencompost is hoger dan dat van “normale” compost. De vertering van de compostwormen verbetert ook de beschikbaarheid van voedingsstoffen aanzienlijk. In het algemeen moet echter worden opgemerkt dat de eigenschappen van de wonderlijke meststof afhankelijk zijn van het materiaal dat je de wormen te eten hebt gegeven. Hoe diverser, des te beter is het motto!

Hogere nutriëntengehaltes (stikstof, fosfor, ammonium, nitraat etc.) in de wormencompost

Argentijnse onderzoekers voerden een experiment van vier maanden uit waarbij stedelijk gft-afval met de hand werd gescheiden en gecomposteerd. Het ene monster was met wormen geënt en het andere niet. Als verdere vergelijking voerde men een continue wormencompostering uit in een moestuin. Het experiment duurde 4 maanden en bracht de volgende resultaten aan het licht:

Parameter Stedelijke compost Stedelijke wormencompost Moestuincompost met compostwormen
Totale nutriëntengehalte (g/kg)
N (Stikstof) 8,6 10,8 8,5
P (Fosfor) 4,8 7 6,2
K (Kalium) 5,3 5,6 8,2
Beschikbare nutriënten (g/kg)
NH4+ (Ammonium) 7,3 25,2 7,1
NO3- (Nitraat) 90 203 527
Uitwisselbare fosfor 127 207 247
C/N (koolstof-stikstof verhouding) 11,7 11,1 12,4
Biologische kwaliteitscriteria
Urease (mol NH4+/g/h) 3,54 3,9 6,11
BAA-Protease (mol NH+/g/h) 0,31 0,96 1,83
Fosfatase (mol PNP g/h) 237 398 676
Dehydrogenase (g INTF/g) 193 123 77
Biomassa van micro-organismen (g c/g) 1147 703 335

Het experiment maakte duidelijk dat het stikstofgehalte in het monster van de stedelijke wormencompost significant hoger was dan in de twee andere monsters. Verder was het fosforgehalte in stedelijke wormencompost hoger dan in de “gewone” compost. Beschikbare nutriënten zoals ammonium, nitraat en uitwisselbare fosfor hadden ook hogere niveaus. Het totale aantal micro-organismen is hoger in de stedelijke compost, maar het is aangetoond dat de wormencompost wat betreft de diversiteit aan micro-organismen voorop loopt.

De wormencompost zorgt voor een verhoogde opbrengst en betere kwaliteit

In een experiment met tomaten werden monsters met wormencompost en kunstmest met elkaar vergeleken. Het resultaat toonde een significant hogere opbrengst aan verhandelbaar (= verkoopbaar) fruit bij de monsters met de wormencompost. Soortgelijke experimenten werden met aardbeien uitgevoerd, met een tot 35% hogere opbrengst bij het gebruik van wormencompost dan bij de kunstmest monsters. Zelfs met paprika’s resulteerde het gebruik van wormenhumus in hogere opbrengsten in termen van verkoopbaar fruit en drooggewicht per vrucht.

Hogere productie van fytohormonen

Door het versnelde microbiële afbraakproces dat met wormencompostering gepaard gaat, is de productie van fytohormonen ook hoger dan bij “gewone” compost. Deze fytohormonen reguleren de plantengroei en hebben een positief effect op veel plantensoorten, hun opbrengsten, wortelvorming en weerstand. De combinatie van deze fytohormonen en de gemakkelijk beschikbare nutriënten in de wormencompost levert positieve resultaten op voor de bovengenoemde factoren.

Fytosanitaire effecten van de wormencompost en wormenthee

Tests hebben ook positieve effecten aangetoond bij de onderdrukking van plantenziekten. Ook de aantasting door plagen kan worden beïnvloed: in monsters met tomaten, kool en paprika kon bijvoorbeeld het aantal bladluizen, wolluizen en ander ongedierte worden verminderd.
Verder blijkt uit meerdere onderzoeken dat er een verband tussen compostwormen en micro-organismen bestaat dat een negatief effect heeft op verschillende ziekteverwekkers. Compostwormen veranderen in de loop van de spijsvertering de microbiële soortengemeenschap in de compost en verhogen zo het voorkomen van die micro-organismen die ziekteverwekkers onderdrukken – kortom: de “goede micro-organismen” verdringen de “slechte micro-organismen”. Er zijn ook aanwijzingen voor een afname van plantaardige pathogenen en schimmelkiemen die op het gebruik van wormencompost en wormenthee terug te voeren zijn.
De eerder genoemde hoge microbiële diversiteit en activiteit van de wormencompost zijn verantwoordelijk voor deze fytosanitaire eigenschappen.

Verminderde plaagdruk

Humus van regenwormen bevat ook roofnematoden die zich voeden met de nematoden die plantenwortels eten. wormencompost kan een stabiele variëteit aan verschillende nematoden vormen die zichzelf reguleren.

Verhoogde wateropslagcapaciteit

Een essentiële eigenschap is de hoge wateropslagcapaciteit van de wormencompost. Ondanks het hoge vochtgehalte verliest deze zijn “gietbaarheid” niet en verhoogt zo de luchtcapaciteit en de stabiliteit van de bodem. Wormenhumus – een goed te doseren bodemverbeteraar.

Hoger gehalte aan smaakgevende ingrediënten

Terwijl conventionele groenten er van buiten vaak erg aantrekkelijk uitzien, worden de binnenzijde en de smaak door één woord bepaald: “waterig”. Studies tonen aan dat planten die met wormencompost worden bemest veel ingrediënten ontwikkelen en, zoals hierboven beschreven, meer droge materie en fosfor bevatten. Ook kon een verhoogde aanwezigheid van vitamine C, fructose, glucose, magnesium, kalium en calcium worden aangetoond.

Snellere ontkieming en vroege ontwikkeling van jonge planten

Eigenaren van het Wormenkrukje kennen het fenomeen van de avocado- en mangopit wel: bijna elke pit in de kist begint te ontkiemen. Veel experimenten met zaden die met wormenhumus omgeven zijn of met wormenhumus geënte zaaigrond hebben aangetoond dat deze zaden sneller ontkiemen en jonge planten sneller groeiden dan bij vergelijkende monsters zonder wormencompost het geval was.

Is oma’s composthoop ook een wormencomposteerder?

Meestal wel. De aanwezigheid van compostwormen tijdens het proces is belangrijk om het ook wormenhumus te kunnen noemen.

Hoeveel wormenhumus en wormenthee heb je voor de bemesting nodig?

De verkwikkende werking van wormenhumus is niet afhankelijk van de hoeveelheid, maar werkt als een inenting die de geënte bodem geleidelijk verbetert – dankzij de veelheid aan bodemorganismen en voedingsstoffen! Regelmatige toevoeging van wormencompost leidt echter tot bodems die de genoemde eigenschappen eerder bereiken. Omdat de wormenhumus, in vergelijking met conventionele compost, de wortels van planten niet kan “verbranden”, kan je er praktisch gezien niet “te veel” van gebruiken. Veel mensen, of het nu onderzoekers, tuiniers etc. zijn, zweren bij HUN eigen persoonlijke gebruik. Als vuistregel geldt echter voor bijvoorbeeld wormenthee, dat je deze 1:10 (1 deel wormenthee met 10 delen water) moet verdunnen en dan als gietwater kan gebruiken. Opslag is ook mogelijk, maar er moet worden opgemerkt dat de activiteit van de micro-organismen en het resulterende effect na verloop van tijd afnemen. Dus: hoe sneller je het gebruikt, des te beter! Ook moet worden vermeld dat de hoeveelheid wormenthee van veel factoren afhangt, zoals het watergehalte van het oorspronkelijke materiaal (watermeloen zorgt voor meer wormenthee dan wortelschillen), de locatie van de wormencomposteerder (te dicht bij een warmtebron die verdamping bevordert, enz.) en nog veel meer.

Bronnen:

Witzeneder D., Eker Y.: Indoor-Wurmkompostierung. Verwertbare Menge, Akzeptanz und Motivation in Wien; Universität für Bodenkulur; Wien.
Fleddermann A.: Komposte als Humus-, Nährstoff- und Wirkstoffträger: eine Untersuchung zur Erstellung von Qualitätskriterien unter besonderer Berücksichtigung von Wurmkomposten; Rheinischen Friedrich-Wilhelms-Universität; Bonn.
Tognetti C., Laos F., Mazzarino MJ. & Hernandez M.T.: Composting vs. Vermicomposting: A Comparison of End Product Quality; Bariloche; Argentina.
Arancon N.Q., Edwards C.A, Bierman P., Metzger J.D., Lee S. & Welch C.: Effects of vermicomposts on growth and marketable fruits of field-grown tomatoes, peppers and strawberries; The 7th international symposium on earthworm ecology, Cardiff; Wales.
Edwards C.A. Subler S. Arancon N.: Quality Criteria for Vermicomposts; Vermiculture Technology – Earthworms, Organic Wastes and Environmental Management; Boca Raton.
Jack A.L.H.: The Supression of Plant Pathogens by Vermicomposts; Vermiculture Technology- Earthworms, organic Wastes and Environmental Management; Boca Raton.
Heistinger A., Grand A.: Biodünger selber machen; Regenwurmhumus Gründüngung Kompost; Innsbruck.