Het spijt ons dat te horen.
Het komt zelden voor dat het de wormen van de ene op de andere dag slecht gaat of dat ze zelfs sterven. In dit geval is er meestal al langer iets gaande. Door regelmatig een blik in de wormenbak te werpen en soms een greep in het organisch afval of de half verwerkte humus (indien gewenst met handschoenen) te doen, krijg je duidelijkheid over de toestand van het “ecosysteem” in de wormenbak en de wormenpopulatie.
Om duidelijk te zijn: droogte is de meest effectieve manier om wormen snel in de wormenhemel te krijgen.
Sterke warmteontwikkeling is de meest voorkomende reden voor plotseling dode wormen of massale wormenvlucht. Dit kan gebeuren omdat het in de woonkamer te warm is, omdat de kist in de brandende zon staat, ofwel omdat er te veel voedsel is gevoerd. Als er in één keer te veel organisch afval in de wormenbak wordt gegooid, ontstaat er warmte. Dit is het sterkst merkbaar bij het voeren van gemaaid gras. Hiervan alsjeblieft dus niet te veel voeren.
In de hete zomer kan het gebeuren dat je van vakantie terugkomt en dat de warmteontwikkeling in je appartement een hitteschok heeft veroorzaakt. Dit blijkt dan uit een zeer modderig, ingestort substraat en dat de wormen niet aan het oppervlak zichtbaar zijn. In dit geval moet je voldoende kartonsnippers toevoegen (en voorzichtig mengen) om het substraat weer te beluchten. Meestal herstelt de kist zich dan snel.
Vergiftiging door eiwitten of koolhydraten: hetgeen kan gebeuren als bijvoorbeeld brood of vlees in de wormenkist terechtkomt. In dit geval vertonen de wormen een nogal bleke verkleuring en is hun lichaam gedeeltelijk dunner geworden. Hier is het noodzakelijk om het eiwitrijke materiaal snel uit de kist te verwijderen. 2 eetlepels mineraalmengsel helpen de wormen te herstellen. Controleer ook de vochtigheid!
Te veel mineraalmengsel: het mineraalmengsel komt in veel situaties van pas en brengt de inhoud van de kist terug naar een stabiele en neutrale pH. Er kan echter ook te veel van worden toegevoegd. De pH-waarde kan ook de andere kant op slaan. Het mineraalmengsel moet derhalve regelmatig, om de 3 weken, worden toegevoegd. Op basis van bepaalde indicatoren en als wij het aanbevelen, kan het selectief en eenmalig extra worden gebruikt.
Het komt echter vaak voor dat de wormenpopulatie zich in de onderste hoeken verschuilt om zich terug te trekken (vooral bij hitte of droogte). Met onmiddellijke tegenmaatregelen kan de wormenpopulatie dus meestal worden gered en met een beetje zorg zijn ze er binnen 1-2 weken weer helemaal bovenop.